Frietjes van knolgroenten

Schil de knolgroenten en snij ze in dunne, langwerpige frieten.

Spoel ze onder koud water en dep ze dan goed droog met keukenpapier.

Verdeel over één of twee bakplaten, die bekleed zijn met bakpapier. Belangrijk is dat de frietjes niet in een hoopje op elkaar liggen.

Besprenkel met olijfolie en meng goed.

Zet de frietjes vervolgens ± 30 minuten in een op 200 °C voorverwarmde oven.

Hou ze goed in de gaten en schep af en toe voorzichtig om.

De frietjes zijn klaar als ze mooi goudbruin zijn, krokant én gaar vanbinnen.

Bestrooi met zeezout en serveer meteen.

TIP: geef er een dipsausje bij naar keuze, bv. tartaar.